Beeldende kunst


Het wordt herfst

Zelf houd ik erg graag van fotograferen. Dit is ongeveer 2 jaar geleden een grote hobby van mij geworden. Ik vind de natuur zo indrukwekkend. Hoe de bladeren van de boom vielen en hoe je ze juist langzaam weer zag verschijnen, Hoe de wolken heel langzaam maar soms ook heel snel bewogen. Door een aantal van mijn foto's te combineren, kwam ik uit op een beeld hoe de perfecte natuur er voor mij uitzag (aangepast op het herfstaspect natuurlijk).

In mijn schilderij heb ik bijvoorbeeld gewerkt met het lijnperspectief, zodat er meer diepte in lijkt te zitten. Zo begon ik met een lijn te tekenen, als horizonlijn. De bomen vooraan heb ik dan ook groter getekend dan de bomen achter. Ook heb ik kleurveranderingen toegepast om ervoor te zorgen dat de tekening levendiger wordt. Op de basisschool zijn wij begonnen om met perspectief te werken. Als ik een foto maak, vind ik gemakkelijk en snel een hoek waarbij er in de foto meer nadruk op bepaalde elementen wordt gelegd. Om dit in een schilderij toe te passen, is toch wel lastig! Als laatste heb ik met een kwast stipjes gezet op het blad (met kleurverschillen) om de grond met bladeren te bedekken.


Bij het schilderen maak je natuurlijk ook gebruik van bepaalde materialen:

  • Verf (blauw, rood, geel, zwart, wit)
  • Kwasten
  • Papier en water

Zoals je ziet heb ik niet met potlood gewerkt. Dit heb ik bewust gedaan, zodat er geen risico zou zijn dat de strepen hiervan zichtbaar zouden zijn door de verf heen.


Boetseren

In het dagelijks leven wachten wij veel. Op de trein, de bus, vrienden, noem maar op. Als je hier naar kijkt, zie je ook dat iedereen wel een andere houding aanneemt. De een zit, de ander hangt. Tuurt voor zich uit, of kijkt geconcentreerd naar zijn telefoon. Misschien is diegene wel in slaap gevallen of is hij/zij juist opgewekt. Kortom, er zijn heel veel houdingen. Voor deze opdracht moesten wij een houding verzinnen en deze tot leven krijgen, door middel van boetseren.

Vanuit een klomp klei ben ik begonnen met een vorm te creƫren. Dit is vrij lastig en naar mate je verder komt, pas je altijd dingen aan. Toen ik eindelijk een vorm in mijn beeldje kreeg, leek het meer op een alien dan een mens, zoals hier links is te zien!

Toen ik eindelijk een houding had gevonden, moest ik iets aan dat alien hoofd doen. Het hoofd kleiner, de armen langer, de buiging groter. Er was nog veel te doen. Door gebruik te maken van een houten stokje, kon ik ervoor zorgen dat het een geheel werd.

In eerste instantie dacht ik aan een vrouw in een lange jurk. Iemand die aan het slapen was. Toch heb ik ervoor gekozen om haar benen te geven en haar. Alleen de voeten en details ontbraken nu nog.

En daar begon ik, te werken aan de laatste beetjes. De details van het haar, het plukje haar dat voor haar gezicht hing, en natuurlijk de voeten.


Voor deze opdracht hebben we gewerkt met chamotteklei. Op de middelbare school werkten we hier al vaak mee. Dit is een kleisoort met kleine stukjes harde klei erin, zodat het een steviger geheel is. Als deze klei gebakken wordt, wordt hij erg hard. Ook heb ik gebruik gemaakt van een houten stokje.

Voordat we met een opdracht beginnen, moeten we altijd plaatjes opzoeken hierover. Dit zorgt voor inspiratie. Voor mij geldt het inspiratiedeel niet. Ik heb voorafgaand aan de opdracht altijd een bepaald beeld in mijn hoofd. Dit wil ik altijd gebruiken, maar naar mate ik begin met de opdracht, kom ik altijd op andere beelden. Het is in feite een echt fantasiebeeld en ik ben erg blij met het resultaat!

In de klas

Ik loop nu stage in groep 5. Voor deze groep is kleien natuurlijk erg leuk! De kinderen hebben al vaker met klei gewerkt, dus weten hoe ze te werk moeten gaan. Na deze lesactiviteit kunnen de leerlingen d.m.v. onderzoek een wachtend persoon kleien. Zo weten zij hoe je een persoon moet laten zitten, of juist rechtop moet zetten. Ze kunnen kiezen of het een jongetje of een meisje wordt. Zelf vind ik het iets te ver gaan om de kinderen te vragen welke soorten klei er zijn, dit is pas in groep 7 of 8 van toepassing.

De les begint met het laten zien van verschillende wachtende posities. Ik vraag de kinderen ook of ze een wachtende houding willen aannemen. Zo denken ze zelf alvast na over wat ze kunnen maken. Hierna wordt verteld dat ze een beeldje moeten maken van een wachtend iemand. Ik vertel niet hoe ze dit het beste kunnen doen, de leerlingen moeten dit zelf uitzoeken (onderzoekend leren).

Voordat de leerlingen de klei krijgen, geef ik iedereen een blaadje en mogen ze een paar schetsjes maken van een wachtend iemand. Hun fantasie krijgt hierbij de vrije loop. De foto's van de introductie van de les, die ik op het bord heb laten zien, laat ik staan zodat de leerlingen daar ook inspiratie uit kunnen halen.

Als dit eenmaal klaar is, komen de leerlingen per groepje bij de juf waar ze een stuk klei krijgen, een bordje en een spateltje. Hierna mogen zij dan eindelijk beginnen met de opdracht. Na een tijdje loop ik rond en kijk ik of iedereen aan het werk is. Als leerlingen het moeilijk vinden, geef ik wat tips. En degenen die al goed aan het werk zijn, krijgen een compliment.

Als de beeldjes klaar zijn, zet ik ze op de instructietafel. Voordat hier iets mee wordt gedaan, ruimen de leerlingen hun eigen tafeltje op. Ze zorgen dat de bordjes op een stapel liggen, samen met de spateltjes. De tafeltjes zijn helemaal schoon en het overgebleven klei wordt ingeleverd bij mij. De leerlingen gaan hierna om de instructietafel heen staan en bekijken de beeldjes. Hierna stel ik vragen:
  • Welk beeldje is heel blij? Waaraan kun je dat zien?
  • Welk beeldje is moe? Waaraan kun je dat zien?
  • Wijs een beeldje aan, waar de persoon een jongetje/meisje is.


Het monster van de toekomst

Monsters. Wie heeft er geen nachtmerries van gekregen. Voor deze opdracht moesten we in tweetallen een monster maken. Hierbij mocht alleen gebruik worden gemaakt van zwart, grijs en wit karton. Geen lijm of plakband. Deze opdracht leek onmogelijk, maar door goed na te denken en als een kind je creativiteit de vrij loop geven kwamen we eruit! Deze opdracht heb ik uitgevoerd met Lois.

Zo begonnen we karton te snijden en dit in elkaar te zetten. Zo kregen we uiteindelijk iets wat op een nek zou moeten lijken.

Hierna hebben we een kop gemaakt. Toen deze erop zat, begonnen we met vleugels. Deze maakten we aan de zogenaamde 'nek' vast. Toen dit er toch wat vreemd uitzag, besloten we de 'nek' het 'lijf' te noemen.

Toen begonnen we aan de tweede vleugel. Ik ben erachter gekomen dat overtrekken en daarna uitsnijden toch een lastig werkje is, maar na heel geconcentreerd bezig te zijn geweest, was het einde in zicht. De tweede zat nu ook vast en het monster was af. Of nou ja, monster? Het resultaat leek meer op een lief diertje of een engeltje...

Het hele dier is in elkaar gezet d.m.v. de inschuifmethode.






En ook al was het eindresultaat niet wat we in gedachte hadden, we konden het goedpraten door te vertellen dat het Kubisme zeker naar voren kwam!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten